boek : 1 hoofdstuk : 49 paragraaf : 86alinea : 204
Opmerkelijk onder de familie op dit moment was Sir Duncan Campbell,7th Liard, 1th Baron.
Duncan's geboortedatum is in 1390 in Lochow, Argyll. Hij was de zoon van Colin Campbell van Lochawe, en Mariota Campbell. Colin (genaamd Colin de verbazingwekkende ‘Glorierijke’, en 'Colin de goede Ridder') was de oudste zoon van Archibald Campbell van Lochawe, terwijl Mariota de dochter van John Campbell was en dus erfgenamen van het land van Ardscotnish en Glen Orchy.
Colin kreeg een dispensatie op 13 januari 1366 voor het huwelijk van Mariota met zijn zoon John. Blijkbaar veranderde hij zijn plannen en trouwde hijzelf met Mariota, waarna hij in 1372 een tweede dispensatie kreeg, wat ervoor zorgde dat Colin en Mariota konden hertrouwen, na een scheiding, daar hij al getrouwd was, weliswaar binnen de verboden mate van verwantschap.
Familiebanden:
Duncan was tweemaal gehuwd, eerst met Marjorie (datum vóór Augustus 1432), dochter van Robert Stewart, Hertog van Albany, ten tweede met Margaret Stewart van Ardgowan (datum na Augustus 1442).
boek : 1 hoofdstuk : 49 paragraaf : 86alinea : 205
"De gelukkige"
Tijdens de minderheid van koning James II, gaf Duncan steun en loyaliteit aan het regentschap, terwijl hij voortdurend zijn macht uitbreide in Argyll, vaak ten koste van de Kroon. Hij werd niettemin geridderd vóór Maart 1440 en creëerde een “soort Tweede kamer” als Lord Campbell van Lochawe door James II in 1445 .
In 1465 huwde Colin Campbell, de tweede Lord Campbell en eerste graaf van Argyll, met Elizabeth Stewart. Hij was een man die bij Koning Jacobus III van Schotland in de gunst stond: in 1448 was hij als ambassadeur naar Frankrijk geweest om de oude alliantie uit 1295 tussen beide landen te vernieuwen, om zo de vele invasies van de Engelsen onder controle te kunnen houden.
boek : 1 hoofdstuk : 49 paragraaf : 86alinea : 206
Doordat Duncan regelmatig in de nabijheid was van de Albany Stewarts leidde dit ertoe dat koning James I van Schotland hem met enige argwaan bekeek, en James stuurde Duncan naar het zuiden als gijzelaar in Engeland. In het documentaire verslag wordt hij Campbell van Argyll genoemd, en geeft zijn deel van de aansprakelijkheid voor het losgeld van de koning van 1500 merks toe, meer dan welke andere gijzelaar ooit heeft opgebracht. Gedurende de tijd verzoenden Duncan en de Koning zich enigszins en volgend op de moord van James, begaf Duncan zich onder de aanhangers van Koningin-weduwe Joan .
Na de dood van Jacobus III wist hij de gunst van Jacobus IV van Schotland te verwerven en verkreeg hij parlementaire goedkeuring in 1489-1490 om de naam van zijn kasteel van Castle Gloom naar Castle Campbell te veranderen, omdat hij de oude Keltische naam niet vond passen.
