U bent hier: pagina: Gedichten hoofdstuk: Gedichtenbundel paragraaf: mooie_vrouw
Informasie...
Gedichtuh zullu nooit zwichtu!
 

                     “Mooie Vrouw”

                    Ik wandel doelloos op het strand
                    Probeer de zee te mijden langs de waterkant
                    Ik kijk nietszeggend naar mijn linkerhand
                    Daar ligt een zeester op een hoopje zand
                    Langzaam kruipt hij over mijn hand
                    Als plots hij afstapt van de rand

                    Met mijn vingertop raak ik hem nog aan
                    En laat hem daarna langzaam verder gaan
                    Traag probeer ik weer te staan
                    Ik kijk omhoog en zie een wapperende vaan
                    Wat surfers bepalen hiermee hun baan
                    Om de golven klievend te doorstaan

                    Het is dat moment dat ik denk aan jou
                    Zo’n eerlijk, mooie, lief en pure vrouw
                    Die hartverwarmend is, verzachtend, lief en trouw
                    Met borsten die ik graag omvouw
                    Jouw knuffel verdrijft voorgoed de kou
                    Ons samenzijn is waar ik van hou

                    Maar door de wind werd ik zoeven
                    Naar een restaurant op dit strand gedreven
                    En liet mij bij de open haard heel even
                    De chocolade op mijn lippen kleven
                    Welke de ober mij net had gegeven
                    Daarmee voelde ik mijzelf weer zweven

                    Naar buiten turend zag ik een luchtballon
                    Die dwarrelde neer op een oranje pion
                    Welke was neergezet bij een lege ton
                    Zo is het dat mijn herfstdag dus begon
                    Het is niet dat ik dit zelf verzon
                    Maar wel de dag die ik dus overwon

                    Nog even bleef ik in gedachten hangen
                    Hoe ik de wens toch zou kunnen vangen
                    Dat wij raakten onze wangen
                    Durf ik te vragen dit verlangen
                    En zo overzag ik mijn belangen
                    Terwijl ik mijn jas vast los had omgehangen

                    Een rode blos zit op mijn toet
                    Ik geef de ober nog een groet
                    Eigenlijk zit het ‘m in wat je doet
                    Daarmee houd ik mijzelf maar zoet
                    Misschien dat jij weet hoe het moet
                    Dan voelt het mogelijk pas echt goed

                    Ik koester ieder moment vandaar
                    Dat ik moet denken aan jou wilde haar
                    Het volgend weerzien staat al klaar
                    Misschien raak ik een gevoelige snaar
                    Of vindt je mij hiermee maar raar
                    Dan laat ik het verder maar dit jaar

                    Prettige feestdagen
                    Je lieve vriend    

                    Luchrista