“En weer word ik wakker om vijf uur in de morgen"
Als gepensioneerde zou je zeggen heb je toch geen zorgen
Niet dat ik daar iets van weet, kan ik je vertellen
Maar ook deze ochtend kan ik de vogeltjes vergezellen
En wordt ik daar nu blij van of juist ontdaan
Als je merkt dat dit voorval maar blijft bestaan
Niet dat de uitslag mij wat kan donderen
Maar de reden blijft mij toch verwonderen
En net nu ik denk dat ik het weet
Liet ik plotseling een kleine scheet
Niet zo’n harde gelukkig niet
Want het was een zachte die ik liet
Mogelijk haalde ik mijn maatje uit haar slaap
Nu zij mij vergezelde met een diepe gaap
Niet omdat zij ging verkassen
Maar gewoon omdat zij moest plassen
En toch weet ik niet waarom het nog gebeurd
Als ik ’s ochtends, om vijf uur, de wekker heb bespeurd
Niet dat ik daarvan wakker blijf
Maar het lijkt wel geschreven op mijn lijf
En zal het ouderdom zijn waardoor ik niet meer kan dromen
Als ik hoor dat velen met mij hetzelfde overkomen
Niet meer over nadenken fluister ik dan
Maar nog langer van de dag genieten man
Luchrista