boek : 4 hoofdstuk : 114 menu_nr : 1 paragraaf : 654 alinea : 690 isFirst : 1
Voorrang
Bladerend door het oktobernummer van de ANWB, het maandblad van de Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond, welke ooit als jongensclub begonnen is tijdens de pauze van een fietstocht in april 1883, stuit ik op een artikel over verkeersveiligheid. Geïnteresseerd als ik ben in wat mensen er toe brengt om verkeersveiligheid in de praktijk te brengen, besluit ik het artikel te lezen.

En vrijwel meteen valt mijn oog op het kopstukje ´Voorrang, wanneer wel en wanneer niet?´
Want al lange tijd krijg ik de indruk dat menig weggebruiker hier niet altijd oog voor heeft. En in de openingszinnen lees ik “De ANWB zet zich al meer dan 135 jaar in om het verkeer veiliger te maken. Onze droom is 0 verkeersdoden, dat iedereen zorgeloos onderweg kan. Samen met onze leden en vele anderen werken we dagelijks aan de realisatie van deze ambitie. Doe je mee?” Nu wist ik het zeker: hier wil ik meer van weten.

Ik kan beginnen te vertellen dat ik al sinds mijn 18e mee doe met deze club en ook al zo lang tracht de verkeersveiligheid zo perfect mogelijk in de praktijk te brengen. Doorlezend stuit ik op de volgende vraagstelling:
Voorrang, wanneer wel en wanneer niet? Nou daar schort het bij velen nog wel aan dunkt mij. Vanmorgen nog zag ik de bestuurder voor mij gewoon doorrijden terwijl de voetganger al halverwege het zebrapad liep!

Voorrang is in de wet geregeld en dus is het een verkeersregel. Je geeft het aan en krijgt het van overige bestuurders, zoals een fietser, brommer, motor of auto. Voor laten gaan geldt voor alle verkeersdeelnemers, dus ook voetgangers moet je voor laten gaan. Ook dat is wettelijk bepaald. Dus ook op een zebrapad. Ook hebben voetgangers voorrang op het verkeer dat afslaat. Voetgangers zijn vaak een vreemde eend in de wereld van de voorrangsregels, omdat ze geen bestuurders zijn. Maar dit wil nog niet zeggen dat wij dus uiterst voorzichtig moeten zijn.
Soms is het niet helemaal duidelijk voor beide verkeersdeelnemers. In ons dorpje is bijvoorbeeld een situatie van een kruising met zebrapad en stoplichten welke bediend kunnen worden door de voetgangers. Mocht de voetganger het stoplicht niet aanzetten, heeft hij/zij dan toch voorrang als hij/zij aanstalten maakt het zebrapad op te lopen, vraag ik je?

Meningen zijn hierover verdeeld. Een hoofdagent van de politie meende dat je gewoon dat stoplicht MOET gebruiken. Maar wat dan als de stoplichten zouden uitvallen? Ja, dat weten de bestuurders natuurlijk niet, er staat geen bordje op “Buiten gebruik”.
Nee het enig goede antwoord moet zijn; voetgangers die aanstalten maken de weg over te steken via het zebrapad, moet men altijd voorrang verlenen. Ongeacht of er nu gebruik gemaakt wordt van een stoplicht of niet. Het stoplicht in deze is dan ook alleen maar een extra hulpmiddel om weggebruikers nog meer te dwingen ruimte te verlenen aan de zwakke deelnemers binnen het verkeer!