Informasie...
Niet voor gevoel, niet voor de loel...
boek : 4 hoofdstuk : 190 menu_nr : 0 paragraaf : 594 alinea : 418 isFirst : 1
Mijn eerste boek!
Het begin van een Eerste door mijzelf/Lucas geschreven boek!
titleYYYYY
Velen zijn reeds voortgegaan over de brug van Kasteel Maldesque. Bij elke stap van het paard kraakte de spanten door de zware lasten welke het trouwe dier moest voortslepen. Bij de poort stond de schildwacht met gepoetst harnas om een goede indruk te maken bij al wie hier binnenkwam. De niet altijd vriendelijke man(het waren in die tijd nooit vrouwen) gaf ditmaal een knikje ten teken dat wij ongehinderd door mochten. Zodra je de poort naderde hoorde je het geroezemoes aanzwellen tot een onhoorbaar geratel zodra je je in het middelste gedeelte begaf. En naarmate je het einde van de poort naderde verstomde dit geluid weer tot datgene wat in de nabijheid gebeurde. Op het voorplein aangekomen kon je kiezen tussen het stallen van je paard waarvoor je rechtsaf moest zo'n honderd stappen verwijderd van de grote poort, je begeven onder de marktkooplieden welke je terstond zou ontmoeten indien je direct linksaf zou gaan, of je moest iets te doen hebben op het eigenlijke kasteel waarvoor je dan zo'n vierhonderd meter rechtuit moest lopen richting tweede poort. Hier was het al veel moeilijker om binnen te komen. Er stonden ditmaal maar liefst drie wachten voor de poort en ook nog eens eentje net daarbinnen welke blijkbaar hoger geplaatst was gezien de hoeveelheid versierse¬len die hij droeg. Na een grondige inspectie van een van de wachten mocht ik me begeven naar dees hogergeplaatste welk een wachtmeester betrof om hem mijn doel van bezoek mede te delen.
Nu kwam het cruciale moment, zei ik het verkeerd dan kon ik ook nog in de kerker belanden dus opgepast wat ik tegen deze snuiter zou zeggen. Ik gaf hem mijn naam en als doel verzocht ik een onderhoud met de markies in verband met de binnenkort te houden jacht. (Men was in die tijd nou eenmaal verzot op jagen om het even wat, of dit nu herten, vossen of wilde zwijnen waren of zelfs op vrouwen!) Telefoon was er toen nog niet, zodat er 's-morgens allereerst werd doorgenomen wie deze dag langs zou komen. En mocht je niet tussen deze personen staan vermeld dan was je overgeleverd aan de genade van de Kapitein van het garnizoen welke besliste of je ja dan nee binnen mocht komen. Bij was dit laatste het geval en moest ik dus geduldig wachten totdat de wachtmeester zich weer bij me voegde . Gelukkig gebeurde dit al snel en werd ik zonder problemen toegelaten binnen de muren van het eigenlijke kasteel. Denk nu niet dat ik al in het kasteel zelf was want dat zou nog wel even duren.
Na deze poort moest ik me begeven over een wat smallere ophaalbrug, welke wel langer was dan de vorige. De lengte stond in de eerste balk gebeiteld "48 voeten" stond er vermeld wat overeenkomt met zestien meter. Daarna ging ik onder de buitenwallen door welke een dikte hadden van maar liefst vijf meter om daarna uit te komen in de tuinen van het kasteel. Recht voor mij lag de laan welke zich in een slinger begaf naar het kasteel. Door de aanwezigheid van allerlei bomen en struiken, zowel links als rechts van de laan, werd mij het uitzicht op het kasteel ontnomen. Hetgeen ik geenszins vervelend vond daar ik tijd tekort kwam om deze wonderlijke groene pracht te aanschouwen. De bomen en struiken vormden een onderdeel van het uitgestrekte bos wat zich aan deze zijde van het kasteel bevond en het bevatte al het leven wat nodig was om zich tot een echt bos te mogen vernoemen. Ik hoorde dan ook talrijke geluiden waarvan ik er enkele herkende als vogelgeluiden. De stralen van de zon die zich her en der dwars door het gebladerte van de bomen heen boorde, gaven een schittering teweeg op de lichtte dauw die zich boven de grond bevond. Nooit eerder had ik mij zo fijn gevoeld tussen de natuur. Ik moest hier later op de dag beslist nog naar terug komen om verder te genieten van deze pracht. Maar nu moest ik voort want ik moest mijn boodschap niet vergeten!